Impactvol jongerenwerk door de ogen van teamleider Matheus uit Eindhoven

Matheus Sales de Moura, is teamleider en doet jongerenwerk bij Youth for Christ Eindhoven, is gedreven en vastberaden om Eindhovense jongeren over Jezus te vertellen. Dat is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Vragen over identiteit en ruige tienerjaren zorgden voor een worsteling in Matheus’ relatie met God. De Braziliaanse Nederlander – of Nederlandse Braziliaan – bekijkt de zaken nuchter. “Waar ik vandaan kom en in welk hokje ik pas maakt niet uit. Ik heb één God en in Hem heb ik mijn identiteit gevonden.” In een persoonlijk gesprek vertelt Matheus over zijn verleden en hoe hij uiteindelijk bij God terechtkwam.

Waar kom je vandaan en waar sta je nu?

“Ik ben geboren en getogen in Brazilië. Daar heb ik leren lezen en schrijven en ben ik een klein beetje wereldwijs geworden. Ik was een straatvoetballertje – voetbal is nog steeds heel belangrijk voor me – en groeide op in een protestants gezin in een verder katholiek land. Toen ik tien jaar oud was verhuisden we naar Nederland; mijn vader werkte bij Philips en kreeg een nieuwe aanstelling in Nijmegen. In de winter van 1997 landden we op Schiphol, het sneeuwde en het was koud. Ik vond dat helemaal niet erg, ik was echt een buitenkind. Maar de Nederlandse cultuur was ook koud en daar moest ik erg aan wennen. Brazilië is een soort multiculturele salade, je ziet daar allerlei verschillende kleuren, soorten en maten, ook binnen dezelfde familie. In Nederland is dat anders.”

Afwijzing
“Het duurde voor mij lang om vrienden te maken. Ik kreeg te maken met discriminatie en leerde noodgedwongen naar mensen kijken vanuit hokjes en groepjes. In mijn tienerjaren heb ik veel met die twee dingen geworsteld. Ik was op zoek naar wie ik was. Was ik Braziliaan of Nederlander? Of was ik een Nederlandse Braziliaan? Ik paste niet in een Nederlands hokje, maar was ook geen typische Braziliaan meer. Dat was een groot thema in mijn leven. Het was een stukje afwijzing waarvan God mij inmiddels heeft genezen. Waar ik vandaan kom en in welk hokje ik pas maakt niet uit. Ik heb één God en in Hem heb ik mijn identiteit gevonden.”

Gegrond in God
“In het Bijbelboek Handelingen wordt verteld over Paulus, een Jood uit Rome die door de Romeinen gevangen werd genomen. Wanneer het hem uitkwam was hij Romein en deed hij een beroep op zijn Romeins staatsburgerschap, maar andere keren presenteerde hij zich als Jood. Hij was zó gegrond in God, dat zijn ‘paspoort’ niet meer zo relevant was: Christus was zijn identiteit. Ik voel me soms ook zo. Wanneer het me uitkomt ben ik echt van de straat en kan ik goed levelen met jongeren. Maar op andere momenten ben ik een echte HBO’er die met politici praat over beleidsstukken. Ik weet wie ik ben in Christus. Ik ben op missie in Nederland: ik werk voor God en Youth for Christ betaalt mijn salaris. Mijn loyaliteit ligt bij God. Daardoor kan ik makkelijk switchen van rol, maar ik switch nooit van identiteit.”

Lege straatcultuur
“Naast de worsteling met mijn identiteit, kreeg ik als tiener vragen over God en geloof. Ik ervoer God als Iemand die op een troon zat te kijken hoe de wereld kapot ging. Ik vond Hem enorm passief. Ik heb God vragen gesteld waar ik naar mijn gevoel niet direct antwoord op kreeg. Daarom ben ik gaan zoeken naar andere dingen die mij vervulling konden geven. Ik was veel buiten, op straat, en ging in de meest geïsoleerde periode van mijn leven om met oudere jongens die mij een slecht voorbeeld gaven. Patserige mannen met veel geld en dikke auto’s. Ik was niet succesvol op school en thuis was de situatie ook niet altijd even fijn. Op straat had ik wel succeservaringen. Maar ik merkte dat die straatcultuur leeg was. Het was alsof ik het ene gat vulde met het andere gat. Ik raakte verslaafd aan een hoop dingen en werd bevriend met mensen die geen vriendschap te bieden hadden.”

‘Welkom bij de familie’

“Ik ging elke zondag met mijn ouders naar de kerk, maar vond het maar raar dat mensen hardop baden en tijdens het zingen hun handen omhoog staken. Op een zondag, toen ik 16 of 17 jaar oud was, riep de voorganger mensen op om naar voren te komen als ze gebed nodig hadden. Op een of andere manier gaf ik daar gehoor aan. Na het gebed zei hij tegen mij ‘welkom bij de familie’, en op weg terug naar mijn stoel zag ik mijn moeder huilen. Ik dacht toen: ‘zouden ze denken dat ik opeens christen ben geworden?’ Ik voelde op dat moment niet zoveel, maar later die dag kreeg ik opeens spijt van veel dingen die ik had gedaan, en moest ik heel erg huilen.”

Bewust laten dopen

“Ik heb als jongen veel gestolen in winkels en voelde daar nooit spijt bij. Maar na dit gebed voelde ik echt heel veel spijt, alsof ik iemand had bestolen of pijn had gedaan die het niet verdiende. Na die ervaring heb ik nooit meer achterom gekeken. Ik ben gestopt met blowen, met roken, met stelen, met al die andere verkeerde dingen die ik deed en ik heb het sindsdien nooit meer gedaan. Op mijn 17e heb ik me laten dopen, dat was een hele bewuste keuze. Ik ben toen echt achter Jezus aan gaan wandelen, met alle struikelingen die daarbij hoorden. Bewust van mijn identiteit in Hem.”

In het tweede deel van ons gesprek met Matheus vertelt hij hoe hij zijn talenten en zijn passie inzet voor het Koninkrijk van God. “De wereld is een zinkend schip, vrouwen en kinderen eerst. Ik ontferm me over de kinderen en elke druppel op de gloeiende plaat telt.”

Wil je bijdragen aan het werk dat Youth for Christ doet onder jongeren in Nederland, onder andere met jongerenwerk in Eindhoven? Heel graag! Doneren kan via deze pagina. 

 

In deel twee van dit verhaal vertelt Matheus: “Als ik een handjevol jongeren kan redden, voelt dat als winst.”

Lees hier het tweede deel van dit verhaal